Ik vind het erg leuk om te schrijven, omdat je met woorden alles voor elkaar kan krijgen. Je kan verhalen schrijven, teksten voor school, of berichten naar mensen. Het is voor mij een hobby geworden om dingen te schrijven in het leven. En de Nederlandse taal maakt dat nog leuker, omdat je goed met woorden en zinnen kan spelen in deze taal. Ook beheers ik Nederlands het beste, wat het ook makkelijker maakt om mooi te schrijven. Ook kost schrijven weinig, je hoeft geen dure spullen te kopen om iets moois te maken.
De man deed zijn ogen open, het laatste wat hij zich herinnerde was dat hij donderdagavond in zijn bed was gaan liggen. Hij dacht dat het al wel ochtend zou zijn, maar zelfs met zijn ogen open zag hij niks, het was erg donker. De man probeerde rechtop te gaan zitten, maar stootte zijn hoofd tegen een houten plank boven zijn hoofd. "Ik kan me niet herinneren dat ik hier een kast had gezet", dacht de man. En toen voelde hij een trilling in zijn rechterbroekzak, het was zijn telefoon die hem liet weten dat hij een bericht ontvangen had. De man pakte de oude Samsung uit zijn zak en zette hem aan. "Wat was mijn code nou ook alweer", dacht de man gestrest; hij was nog niet helemaal goed wakker. "Oja 42069, dat was het", en hij toetste het in op de touchscreen van de telefoon. De man opende zijn berichten en zag dat het zojuist ontvangen bericht van een goede vriend kwam: "Waar ben je, we hadden toch afgesproken om 12 uur?". "Twaalf uur", dacht de man, "het is helemaal niet twaalf uur, het is midden in de nacht." Maar toen zag hij het, toen zag de man rechtsboven op het telefoonscherm dat het drie over twaalf 's middags was. Hij wou opstaan om snel naar zijn afspraak te gaan, maar hij stootte weer zijn hoofd en begon om zich heen te voelen. Hij voelde overal om zich heen diezelfde houten planken. De man bedacht om met zijn telefoon als zaklamp rond te kijken, en eenmaal met de zaklamp aan zag hij dat zijn grootste angst waarheid was geworden. Hij zat vast in een houten kist, waarschijnlijk ondergronds, omdat hij slechte wifi had.
Hij moest snel een plan bedenken om uit de kist te komen, en hij bedacht zich toen dat hij een telefoon met wifi had, dus hij ging naar YouTube, en zocht op hoe je ontsnapt als je levend begraven bent. Na wat gekeken te hebben, begon hij met zijn telefoon als hakbijl het plafond open te breken om hieruit te komen...
Het was weer een maandag, de minst favoriete dag voor de gemmiddelde mens, maar zeker voor de VWO 6 leerling Duuk. Hij moest namelijk na een weekend vol uitslapen en gamen weer vroeg zijn bed uit. Dus zodra de wekker begon te schreeuwen schreeuwde Duuk bijna evenhard terug. Hij stapte met moeite en tegenzin zijn bed uit en begon met zijn ochtend. Een half uurtje later, eenmaal op school aangekomen, begon Duuk met het allerleukste vak om een ochtend mee te beginnen. Gym, heerlijk. Maar gelukkig is dit het laatste schooljaar, en hij zal blij zijn dat hij al die tijd tóch doorgezet heeft om deze prachtige diploma te halen. Het was het allemaal waard. Nu kan hij eindelijk gaan genieten van zijn dagen, met zijn baan die pas laat in de ochtend begint voor maximale uitslaap tijd.
Ik liep zenuwachtig het restaurant binnen, mijn vriend, Duuk, had best een chiq restaurant gekozen, zo eentje met banken bij de ingang waar je dan kunt wachten als er geen tafels zijn. Ik liep verder en ontweek alle obers die vlug langs de tafels liepen. Er hing een geur van eten, niet iets specifieks, maar een niet thuis te brengen geur van eten. Ik liep naar een ober toe en vroeg naar de tafel die onder Duuks achternam was gereserveerd, en ze wees me naar een tweepersoonstafel in de verste hoek van het restaurant. Ik manouvreerde mijn weg langs alle tafels en nam plaats op de leren bank aan een kant van de tafel. Boven mij hing een net iets te uitgebreide kroonluchter en aan de muur achter me hingen veel te veel schilderijen en nummerborden die te maken hebben met dit restaurant en deze wijk van Bonaire. Van alle tafels die we hadden kunnen hebben, hebben wij degene die heen en weer beweegt, dus we moeten maar niet te veel bewegen als we geen drinken willen morsen.
Nu ik eindelijk een beetje normaal zit, begin ik te wachten op de date die m'n Duuk geregeld had. Ik was het er niet echt mee eens dat hij iemand uit zou zoeken voor mij, maar hij stond erop. Dus nu zit ik hier, in dit overvolle restaurant met de net niet plakkerige tafel en de halfvolle suikerpot op de tafel. Wachtend op de date. Je zal zien dat Duuk niemand uitgenodigd heeft en ik hier nu een uur alleen zit te wachten.
Het was weer een gewone ochtend, alles was precies zoals elke andere dag. Ik werd wakker, en begon de dag met lekker eten halen. Ik was net bezig met de koelkast leegroven toen ik een geluid hoorde. En ik dacht meteen 'Oh daar heb je hem weer hoor', en ik riep mijn vader. "Kijk de poes is de planten weer aan het sproeien!". Mijn vader zegt "Dit doet hij nu al weken, de muntthee smaakt nu niet meer naar munt door hem". En hij loopt naar de deur om de poes we te jagen, zoals gebruikelijk. "Simon, haal eens even die kooi die we voor onze oude hond hadden". Zei hij tegen me, en ik wist al meteen wat hij wou doen. Dus ik haalde de oude kooi uit de schuur en gaf hem door. Mijn vader deed het deurtje open en smeet de kooi met extreme snelheid en precisie in de richting van de poes. "Dit gaat toch nooit werken", zei ik. "let maar op dan", zei mijn vader terug. Met een zachte bonk kwam de kooi neer op de grond. Het deurtje lag begraven in de natte aarde, en de poes zat in de kooi. "Hoe heb je dit voor elkaar gekregen?", vroeg ik. "Oefening baart kunst", kreeg ik terug.
We zaten even later in de auto met de kooi met de poes achterin. We reden dat hele stuk naar Sorobon, en eenmaal daar aangekomen vroeg ik "Gaan we hem nu hier achterlaten?". "Ja, Simon, we gaan de kooi hier openmaken en dan rijden we weer terug naar huis. De poes mag hier lekker verder leven". Dus we openden de kooi, en de poes rende snel de bosjes in. "Die zien we niet meer terug", dacht ik. We reden weer naar huis met een topsnelheid van 130 km/u op die lange weg van Sorobon, en eenmaal thuis ging alles verder zoals normaal.
De volgend ochtend werd ik wakker door gekras op mijn deur. "Wie is daar", vroeg ik. Geen antwoord. Ik klom uit mijn bed en deed de deur open. Niemand te zien. Ik voelde iets aan mijn voet en schrok me kapot, ik keek naar benden en daar was hij hoor, de poes was terug. "Hoe ben jij terug gekomen? Dat is super ver weg!", zei ik tegen de poes. Maar hij reageerde natuurlijk niet. "Wat gaan we nu doen, poes", zei ik zacht.
Drie dagen later werd ik weer wakker op een gemiddelde dag. Ik startte met de koelkast leeghalen en ik liep terug naar mijn kamer, daar lag de poes op mijn bed. "Goedemorgen, poes", zei ik. De poes was nu geen probleem meer. We hadden hem in huis genomen, en vanaf nu heette hij Soep
Les 3, 29 september
Mijn opa en oma wonen in Goes. Hier wonen ze in een leuk groot huis met meer slaapkamers dan wij kamers hebben in ons huis. Ze wonen in een leuk klein wijkje met een kleine tuin. Elke keer als we naar ze toe gingen en dus een uur met de auto moesten rijden, zagen we altijd we dat we er bijna waren aan de watertoren. Deze oude toren die ze vroeger gebruikten voor het opwekken van waterdruk is nu een kantoor, maar het ziet er nog steeds zo uit als de oude watertoren. Elke keer was deze toren het begin van de vakantie, maar verder betekende het gebouw niet zo veel. Tot ons op een dag, toen we bij onze opa en oma waren, verteld werd dat we de toren in zouden gaan. Kennelijk hadden mijn opa en oma geregeld met de eigenaren van het watertoren-kantoor dat we even een kijkje mochten nemen boven.
We begonnen met een druk op de bel beneden, en na een tijdje kwam er iemand naar buiten. Deze man begeleide ons naar de lift toe, en met de lift beklommen we de toren. Eenmaal boven zagen we dat ze de oude watertank helemaal gerenoveerd hadden, en het volgebouwd hebben met kantoorruimtes. Ze hadden het echt mooi gedaan; je zag bijna niet dat het in een toren was, behalve dat de buitenste muren wat rondiger waren, als de muren van een vliegtuig. Hier hadden ze ook ramen geplaatst, en we mochten er even door naar buiten kijken. Dus ik krijg een stoel om bij het raam te kunnen, en ik staar het raam uit. De toren was veel hoger dan ik dacht, en ik kon alles zien vanaf hier. Ik zag het huis van mn opa en oma, en ik zag de snelweg waar we vandaan kwamen. Ik kon in d verte ook vaag gebouwen zien van andere steden, al weet ik niet welke.
Na een eeuwigheid uit het raam gestaard te hebben, waren we er wel weer klaar mee en begonnen we aan de moeilijke afdaling: ik drukte op het knopje van de lift en de deuren sprongen open. De lift bracht ons weer veilig naar beneden en we liepen de 200 meter weer terug naar het huis. Nu lekker spelletjes doen!
Mijn opa en oma wonen in Goes. Hier wonen ze in een leuk groot huis met meer slaapkamers dan wij kamers hebben in ons huis. Ze wonen in een leuk klein wijkje met een kleine tuin. Elke keer als we naar ze toe gingen en dus een uur met de auto moesten rijden, zagen we altijd we dat we er bijna waren aan de watertoren. Deze oude toren die ze vroeger gebruikten voor het opwekken van waterdruk is nu een kantoor, maar het ziet er nog steeds zo uit als de oude watertoren. Elke keer was deze toren het begin van de vakantie, maar verder betekende het gebouw niet zo veel. Tot ons op een dag, toen we bij onze opa en oma waren, verteld werd dat we de toren in zouden gaan. Kennelijk hadden mijn opa en oma geregeld met de eigenaren van het watertoren-kantoor dat we even een kijkje mochten nemen boven.
We begonnen met een druk op de bel beneden, en na een tijdje kwam er iemand naar buiten. Deze man begeleide ons naar de lift toe, en met de lift beklommen we de toren. Eenmaal boven zagen we dat ze de oude watertank helemaal gerenoveerd hadden, en het volgebouwd hebben met kantoorruimtes. Ze hadden het echt mooi gedaan; je zag bijna niet dat het in een toren was, behalve dat de buitenste muren wat rondiger waren, als de muren van een vliegtuig. Hier hadden ze ook ramen geplaatst, en we mochten er even door naar buiten kijken. Dus ik krijg een stoel om bij het raam te kunnen, en ik staar het raam uit. De toren was veel hoger dan ik dacht, en ik kon alles zien vanaf hier. Ik zag het huis van mn opa en oma, en ik zag de snelweg waar we vandaan kwamen. Ik kon in d verte ook vaag gebouwen zien van andere steden, al weet ik niet welke.
Na een eeuwigheid uit het raam gestaard te hebben, waren we er wel weer klaar mee en begonnen we aan de moeilijke afdaling: ik drukte op het knopje van de lift en de deuren sprongen open. De lift bracht ons weer veilig naar beneden en we liepen de 200 meter weer terug naar het huis. Nu lekker spelletjes doen!
Miranda was een rijke vrouw. Ze is nu 62 jaar oud en heeft haar hele leven hard gewerkt om dit enorme kapitaal te bereiken. Je zou haar gierig kunnen noemen, maar dit vind ze zelf niet zo. Miranda denkt na over wat ze uitgeeft; ze kijkt altijd of ze het wel écht nodig heeft en of het niet goedkoper te krijgen is. Verder heeft ze geen al te groot huis en geen peperdure auto. Ze heeft precies wat ze nodig heeft, en daar is ze heel tevreden mee.
Miranda wil weer eens wat leuks doen, dus ze plant een etentje een een normaal restaurant in de buurt, niks te chiq. Ze gaat natuurlijk niet in haar eentje dus nodigt ze enkele vriendinnen uit. Miranda heeft nooit gestreeft naar veel belangrijke en rijke vrienden, ze heeft liever een kleine groep leuke mensen waar ze mee kan lachen. Een afleiding van haar drukke werkleven liever dan kansen om meer te verdienen.
Dit etentje wordt een lekker gezellig etentje met haar vriendinnen, ze nodigt er vier uit. De locatie wordt een simpel knus restaurantje op een strategische plek waardoor ze allen minimaal hoeven te reizen. Verder heeft dit restaurant ook een speciaal plekje in hun hart omdat ze er al de laatste 15 jaar bijna maandelijks naartoe gaan met z'n allen. Dus stuurt Miranda de uitnodiging via email en leest ze weer verder in haar boek.
Het is gelukt! Twee jaar geleden had ik een etentje met wat vriendinnen. De belangrijkste aanwezige was Miranda, Miranda is heel erg rijk en regelt de etentjes elke keer. Maar het etenetje van twee jaar geleden was onverwacht. Ik besloot namelijk een goede vriend van me mee te nemen, omdat ik dat gezellig zou vinden, maar dit bleek een grote fout te zijn. Zodra ik hem en Miranda aan elkaar voorstelde, voelde ik meteen de aantrekkingskracht tussen hen, en dat voelden ze zelf ook. Ze pasten perfect bij elkaar, en dit maakte me boos. Ik vind Miranda een heel leuk persoon, maar ik ken haar al het allerlangst, en ik weet waartoe ze in staat is. Ik was bang dat ze mijn vriend iets aan zou doen als dat voor haar uitwkam.
Dus moest ik haar tegenhouden. Het kostte twee jaar, maar het is nu gelukt. Ze waren al bijna twee jaar samen en ik voelde steeds meet spanning tussen die twee. Deze keer regelde ik het etentje, en ik zorgde ervoor dat we op een moment gingen waar het gebruikelijke restaurant vrij leeg zou zijn. Nu was het mijn kans. Eenmaal daar met z'n allen bestelde iedereen natuurlijk zijn eten, Miranda koos weer voor de kleine hamburger, omdat ze die erg lekker vond en zo ook aan haar vorm kon denken.
Toen er een gesprek opwaaide en iedereen volledig met elkaar bezig was lukte het me om er even tussenuit te knijpen en naar de keuken te lopen. Ik liep hier naarbinnen en griste een koksjas van de kapstok, deze trok ik aan om niet op te vallen en toen ging ik zoeken naar waar ze Miranda's eten aan het bereiden waren. Ik vond een hamburger in een pan, onbeheerd. Perfect! dacht ik, nu haalde ik uit mijn zak een glazen flesje en strooide ik al het poeder daaruit over de burger heen. Dit poeder was een mengsel van meerdere soorten vergif die ik op de zwarte markt had gekocht. Dit zou moeten werken.
Eenmaal terug werd er na een tijdje het eten geserveerd. Miranda was de enige met de hamburger, dus ik wist dat het zou lukken. Nu begon iedereen te eten, en na een paar happen begon Miranda te hoesten, iedereen was meteen bezorgt en probeerde te helpen. Maar Miranda viel niet te helpen en viel op de grond, haar laatste adem uitgehoest en ik heb geen spoor achter gelaten.